Anja & Ginger: opvang ‘eigen stijl’ en lekker naar buiten

ANJA & GINGER

Opvang 'eigen stijl' en lekker naar buiten

Ginger & Anja

Het groene hofje in Zuidoost met speeltuin in het midden en omzoomd door moderne woonhuizen draagt een Efteling-achtige naam: Goed Geluimd Hof. Een niet meer dan logische bewoner van dit hofje is dan ook de Villa Vrolijk-familie. “Wij zijn dat gekke gezin met al die kinderen”, zegt oprichter Anja Kramer. “Je kookt, je wast, soms doe je in je pyjama open voor de zorgtaxi”, zegt haar kompaan Ginger Janssen lachend.

Op bezoek bij Villa Vrolijk, hét huis waar kinderen met een beperking kunnen chillen, spelen, logeren, badderen, wat niet? Het motto: denken in mogelijk-heden en kijken naar wat wél kan.

Dezelfde handelingen, maar dan met liefde

Het is alsof je het huis binnenstapt van een gewoon gezin: foto’s van kinderen aan de muur, de was hangt te drogen in het trapgat, in de woonkamer hangt een houten letterkast met poppetjes erin. Heel veel poppetjes. Sommigen zijn een engeltje. Het zijn de bewoners – door de jaren heen ook – van Villa Vrolijk, een kleinschalige dag- en logeeropvang voor kinderen en jongeren met een meervoudige beperking tussen de 5 en 21 jaar. Als je dat weet, vallen ook zaken op die in een gemiddelde gezinswoning ontbreken, zoals kinderhekjes van een volwassen hoogte voor de trap, voor het raam enkele aangepaste fietsen en in alle slaapkamers pakken luiers in verscheidene maten. In de woonkamer spelen drie kinderen met begeleiders Anna en Michella. Een glas limonade wordt behendig opgevangen, een jongen staat bij het raam; onverstaanbare klanken produceert hij, zijn handen maken ongecontroleerde bewegingen. Er hangt een rustige sfeer op deze zonnige dinsdagmorgen. De zorgtaxi die de kinderen bracht was laat, de kinderen zijn nog aan het opstarten. “Vrijdag en in het weekend is het hier veel drukker”, zegt Anja, “dan is het hier vol logeetjes.” Op een overzichts-bord hangt een schema: wie komt er overdag, wie blijft logeren?

In de keuken hangt een gele poster met zwarte letters: Trots op mijn werk. Ja, een gevoel van trots overheerst bij Anja en Ginger, dat ze dit uit de grond hebben gestampt, dat ze hun tienjarig jubileum als klein- schalige zorginstelling voor kinderen met een beperking kunnen vieren. Het begon allemaal bij Anja. Cruciaal moment was ‘het ventilatormoment’. Ze werkte bij een instelling voor kinderen met een beperking. Er was een kind dat het zo fijn vond om de wind door zijn haren te voelen, om buiten te zijn. Daar hadden ze wel een oplossing voor: hij werd naast een ventilator gezet. Ik werd daar zó verdrietig van. Ik realiseerde me: “Dit is hun leven en wij maken hun leven.” En dit voorbeeld stond niet op zichzelf, er waren zoveel  handelingen op een dag die mooi hadden kunnen zijn, maar die daar kaal en kil aanvoelden. “Een oudere vrouw werd naar bed gebracht, ze lag er verkrampt bij, totaal nog niet ontspannen. Haar begeleider pakte zo’n boek met 365 dagen van het jaar-verhaaltjes, een verhaal van een paar regels. Snel las ze die regels voor, zei: ‘Slaap lekker’, en weg was ze. De vrouw had het verhaal niet eens gehoord, het moment om de dag af te sluiten was totaal gemist.” Of die keer dat Anja zag dat een volwassen vrouw met een nekkraag op in bad werd gedaan. Oh, die heeft epilepsie, dacht ze. ‘Nee hoor, we moeten door naar de volgende’, luidde het antwoord. Zat die  dame tot tepelhoogte in kouder wordend water alleen in bad, ze kon niet eens water over zichzelf heen gooien. Ginger: “Wij blijven er hier bij zitten, vullen lekker warm water aan, zetten een muziekje op. Het zijn dezelfde handelingen – een kind gaat in bad – maar dan met liefde.” Anja: “Je maakt er een momentje van en niet iets dat je moet afvinken van het to do-lijstje.” Een zorgfabriek, waar kinderen niet als individuen worden gezien en waar efficiënt handelen tot leidraad is verheven, zo gaat ‘t er helaas bij veel zorginstellingen aan toe. Anja besefte dat ze in haar eentje het verschil niet kon maken bij deze zorginstelling. Ze besloot in haar huis in Amsterdam-Noord kinderen op te vangen. Daarmee was Villa Vrolijk geboren, in het jaar 2014 in een hoofdstedelijk rijtjeshuis. Ginger kwam er ruim zeven jaar geleden bij, samen met Anja vormt zij de dagelijkse leiding van Villa Vrolijk. Het begon met een paar kindjes die bleven logeren en groeide uit tot dit huis, vier jaar geleden betrokken aan het Goed Geluimd Hof. Het uitgangspunt was en is om opvang te bieden in een huiselijke sfeer met aandacht voor de behoeften en wensen van ieder kind.

We lopen de al flink afgesleten, paars geverfde trap op en zitten voor het interview in een van de slaapkamers op een kruk, een mok koffie naast ons. Een plank aan de muur – het bureau- is gemaakt door Anja’s vader. Ziehier de slaapkamer slash het kantoor. Zoals wel meer handige oplossingen door hem zijn bedacht. Het tekent de verhoudingen: Anja’s vader is vervroegd met pensioen gegaan, zodat hij zijn dochter kan helpen bij het realiseren van haar Villa-droom, Anja’s moeder is ook een steunpilaar. “Zij zijn beiden opgeleid in de praktijk”, aldus hun dochter. Het informele loopt door al-les heen. “Mijn vader kan ook heel goed met de kinderen omgaan. Ze kennen hem allemaal.” Hun ambitieuze doelstelling – alles doen met toewijding, met oog voor het kind – vraagt veel van het team. “Het is knoeperhard werken. Je kookt, je wast, soms doe je in je pyjama open voor de zorgtaxi”, zegt Ginger lachend. Lang niet iedereen is geschikt voor deze arbeidsintensieve manier van werken, merkten ze. Hebben ze zich weleens verkeken op mensen die ze aannamen? Een volmondig JA volgt. Ginger: “We hanteren strenge kwaliteitseisen. We eten zelf met de kinderen mee, hebben geen pauze waarop we even weg kunnen. Dat kan in een gezin ook niet. Je laat je collega niet alleen met 7 kinderen zitten.” Anja: “Veel kinderen houden van regen. Dan krijgen ze regenpakken aan, doen we zelf ook een regen-pak aan en gáán. En, wat ook zo is: vandaag zijn er maar drie kinderen op twee begeleiders. Als zij zin hebben om naar het Amsterdamse Bos te gaan om daar herfstblaadjes te zoeken, hebben ze de vrijheid om op pad te gaan.” Op een lichte toon spreken Anja en Ginger over hun werk, twee vrouwen met een vrolijke uitstraling, serieus en bevlogen als het over ‘hun’ villa en ‘hun’ kinderen gaat. Met allebei tranen in de ogen als een Villa Vrolijk-meisje ter sprake komt dat is overleden: Emilie.

Ginger: “Ze is er niet meer. Ze kwam bij ons toen ze een jaar of vier was en ze was heel erg ongelukkig, kon niet lopen of praten. Ze at niet meer.”
Anja: “We hebben zó voor haar gestreden. Ze kon weer lopen, ging weer eten, genoot weer van andere kinderen om zich heen. Wij konden haar helpen door alles op een superspecifieke manier te doen.” Ginger: “Ze is maar twaalf jaar geworden. Ze overleed door een ongeluk. Het was het abrupte stoppen van haar leven terwijl ze net gelukkig was. Soms zeg ik nog weleens tegen Anja als we iets leuks doen met de kinderen: ‘Oh, dat zou Em te gek hebben gevonden.” Engeltje Emilie staat in de letterkast en is ook nog te zien op de fotoposter.

Op zijn billen de trap op

Er zijn zes slaapkamers, de kinderen slapen steeds in hetzelfde bed, maar iedere kamer wordt op verschillende dagen door verschillende kinderen gebruikt. Tegen de muur van een slaapkamer een zitzak en een grote bellenblaasmachine. Ginger: “Kunnen ze heerlijk ontspannen liggen, kijken naar de gekleurde belletjes.”

Alleen de zolderkamer boven is bijna permanent bewoond. De ‘mannenkamer’ voor Xander, de zestienjarige bewoner die het CFC-syndroom heeft. “Hij zit in een rolstoel en kan zijn benen niet strekken. Hij gaat op zijn billen de trap op”, vertelt Anja.  “Voor hem is dit zijn thuis.” Een autoracebaan in de hoek, Kuifje-schilderijen aan de wand. Ginger: “De voorwaarde om hier te kunnen zijn is dat je de trap op kunt komen. Gelukkig kan hij dat op zijn eigen manier.”

De meeste kinderen verblijven een paar dagen of nachten per week in de villa. Het kan dagopvang zijn, naschoolse opvang of logeeropvang. Ouders, broertjes en zusjes kunnen dan even ‘uitblazen’ van een leven met een huisgenoot met een fiks ‘instructieboekje’. Sommigen kunnen niet praten, anderen niet lopen, veel zijn niet zindelijk. Het ontwikkelingsniveau van de Villa Vrolijk-bewoners zit tussen de drie maanden en vier jaar. De kinderen hebben een ‘disharmonisch profiel’, dus op de ene vaardigheid tikken ze wel die vier jaar aan, op de andere vaardigheid blijven ze steken bij het niveau van een eenjarige. Ginger: “Onze kinderen hebben uitzonderlijke talenten, maar er zijn ook kinderen die hun sokken opeten, of die letterlijk de hele dag bezig zijn om te ontsnappen.” Anja: “We hebben ook kinderen die slaan, bijten of schoppen. Of ze raken in hun eigen wereld ondergedompeld en komen in een soort slaapmodus.” De focus ligt op wat een kind wél kan. Er zijn kinderen die helpen met boodschappen doen of met koken en kinderen die willen helpen met de zorg voor andere kinderen.

“DE FOCUS LIGT OP WAT EEN KIND WÉL KAN. ER ZIJN KINDEREN DIE HELPEN MET BOODSCHAPPEN DOEN OF MET KOKEN EN KINDEREN DIE WILLEN HELPEN MET DE ZORG VOOR ANDERE KINDEREN”

Een woonhuis van 130 m2 waar ieder hoekje benut is, waar achter bedden matrassen staan of andere spullen waar geen bergplek voor is. De badkamer – prima voor een gezin van vier – barst hier uit zijn voegen vanwege alle bewoners: 25 tandenborstels, shampoos, zeepjes en douchegels in alle soorten en maten. Een groter huis, liefst meer aangepast (drempel-loos, met een lift), ja, dát staat bovenaan het wensenlijstje voor de komende jaren, zeggen Ginger en Anja. Ze zijn samen met een project-manager hard op zoek naar die droomvilla. Een nieuwe locatie, waar nog meer kinderen opgevangen kunnen worden – de wachtlijst voor Villa Vrolijk is lang -, met aparte speelkamers, veel slaapkamers, twéé eettafels, zodat op eentje kan worden geknutseld. Graag een flinke oppervlakte: liefst 800 m2. Een huis waar naast dagbesteding en nachtjes logeren kinderen ook daadwerkelijk kunnen wonen. Anja: “Kinderen die nu tien jaar bij ons logeren, die wil je niet ‘verplaatsen’ of toch bij die grootschalige instelling laten wonen. Je wil voor hen het vertrouw-de leven zoals ze die bij Villa Vrolijk ervaren voort-zetten. En bedenk ook: de levens van deze kinderen zijn niet oneindig.” Ginger: “Ze worden niet hoog-bejaard, vaak is er sprake van aangeboren afwijkingen, zoals epilepsie.” Anja: “Ze zijn klein in een groot lijf. Daarom leven we bij Villa Vrolijk het leven! We maken er elke dag een feestje van.”